Programmatheorie
In 2013 heeft stichting BMP samen met lokale partnerorganisaties in Amsterdam, Haarlem en Den Haag, die geworteld zijn in hun wijk, drie experimentele Wijkacademies Opvoeden opgezet. Vanuit ervaringen en de achterliggende principes en theoretische uitgangspunten van deze drie pilots is het programma Wijkacademies Opvoeden ontwikkeld. Maria Jonker Onderzoek heeft een inventarisatie en theoretische onderbouwing geleverd van de middelen, uitkomsten en werkzame mechanismen van de Wijkacademies Opvoeden. Dit onderzoek is uitgevoerd onder supervisie van prof. dr. Micha de Winter en prof. dr. Mariëtte de Haan van de Universiteit Utrecht. De conclusie is dat Wijkacademies Opvoeden bijdragen aan het versterken van de civil society in wijken. De werkwijze van de Wijkacademie onderscheidt zich van de reguliere methoden opvoedondersteuning waarin de professional vaak de expert is die ouders adviezen geeft over gedragsregulatie van hun kind. Gelijkwaardigheid tussen ouders en professionals is een belangrijk aspect van de Wijkacademie. Daarnaast stimuleren de gesprekken de reflectie op het ouderschap door te vragen naar welke waarden het kind zou moeten meekrijgen. Een Wijkacademie gaat aan de slag met de thema’s die ouders aandragen en richt zich op empowerment van ouders en andere wijkbewoners met betrekking tot opvoeden. Daarbij wordt samengewerkt met diverse partijen in de wijk. Hierdoor groeit het zelfvertrouwen van ouders en wordt hun netwerk vergroot. De beschrijving van de programmatheorie maakt het programma inzichtelijk voor geïnteresseerden en draagt bij aan de overdraagbaarheid van het programma.